24 maart 2016

Murat zag geen andere weg

Geschreven door André Meiresonne

Murat, een Marokkaanse Nederlander, liep niet lang geleden rond met plannen om aanslagen te plegen. Hij was een geradicaliseerde jonge moslim. Hij kon er niet meer tegen dat onschuldige mensen zomaar worden gedood, beter: vermoord. Met name beelden uit Israël en de bezette gebieden maakten hem woedend. Gedode Palestijnse kinderen. Zo onrechtvaardig. Hij vond dat hij iets moest gaan doen. Ik ontmoette hem op een studiemiddag over radicalisering, aan de Universiteit voor Humanistiek. Inmiddels is Murat ge-deradicaliseerd. Het is een gevoelige man. Moslim, met een baard. Helemaal zoals je je een orthodoxe moslim voorstelt. Op vrijdag in een witte jurk naar het gebed. Hij zet zich tegenwoordig in voor de allerarmsten en zieken, in Nederland en Marokko, richtte er een stichting voor op. Hij werkt er met hart en ziel aan. Maar zo begon Murats verhaal niet…

Hij zag doorlopend oorlogsbeelden, op Arabische zenders. Eigenlijk de hele dag door. Dat kwam omdat hij alleen zat in een kamer. Hij woonde weer bij zijn ouders. Die riepen hem voor het eten. Verder kwam hij zijn kamer niet uit. Hij was depressief, liep met zelfmoordgedachten. Niet lang daarvoor was hij gescheiden. Zijn kind mocht hij van de rechter niet meer zien. Hij voelde zich boos, onmachtig en gefrustreerd. Hij zocht troost voor zijn pijn over het verlies van zijn kind. En wist steeds minder wie hij was. Hij zocht houvast en zekerheid. Die vond hij in de radicale islam. Eenvoudige oplossingen voor ingewikkelde problemen. Zonder naar zijn persoonlijke problemen te hoeven kijken. Want die leken verdwenen. Hij had weer een doel in zijn leven.

Sensation White begint pas morgen hoor!

Hij liet zich ronselen en liep in de kijker bij de veiligheidsdiensten. Hij kwam in een deradicaliseringsprogramma terecht. Met mensen die hem een-op-een begeleidden. Waar hij kon werken aan wat ze noemen ‘een tijdelijk gat in zijn natuurlijke weerbaarheidsbarriere’. ‘Ik wil dat iemand me begrijpt!’ was zijn noodkreet. En zo iemand vond hij: Abdelilah, coach en zelf moslim, die met veel liefde en geduld met hem aan het werk ging. Hij leerde dat in de biografie van de Profeet staat dat je geen onschuldigen mag vermoorden. Inmiddels vraagt hij zich af: ‘Hoe kan ik ooit zo hebben gedacht?’ En kan hij lachen als hij, in zijn witte djellaba op weg naar het vrijdagsgebed, op straat hoort: ‘Sensation White begint pas morgen hoor!’ En kan hij ook horen – dat hij met zijn inspanningen voor zijn stichting – even radicaal bezig is als in zijn vorige leven. Maar nu voor een goed doel.

Ik kan me nauwelijks voorstellen dat zo’n hartelijke kerel zichzelf en anderen wilde opblazen. Maar als je geen verbinding meer met jezelf en je omgeving voelt kan het blijkbaar zover komen. Je kunt zo teleurgesteld, gekwetst of beschaamd zijn dat het je allemaal niet meer uitmaakt. En dan ben je van het padje af. Om er weer op te komen heb je geluk nodig. En dat had deze man. En wij. Dankzij een betrokken ander. Een moslim.

Gerelateerd