Isaac houdt van wiskunde, Rashid van voetbal
Geschreven door Aly MeijerTwee jongens van zestien met dromen voor de toekomst, leven aan de rand van de Seine in Parijs, in een tentenkamp met andere jongens van een jaar of zestien. Jongens vanuit allerlei landen uit de wereld, waar het momenteel moeilijk leven is. Afghanistan, Sierra Leone, Libië bijvoorbeeld. Ze worden geholpen door vrijwilligers van Utopia56. Eva, een jonge vrouw van 18, studente politicologie, is een van de vrijwilligers van Utopia56. Voor haar studie heeft ze stage gelopen op deze plek. Nu doet ze er vrijwilligerswerk, omdat ze een band kreeg met de jongens, die er wonen en leven.
Wat beweegt haar? Hoe komen die jongens hier? Waarom vangt de overheid ze niet op? Waarom moeten ze op straat leven, zomer, herfst, winter, lente? Zomaar een aantal vragen die wij, studenten van het Remonstrants Seminarium, op studiereis in Parijs, hebben. Rashid komt uit Sierra Leone en is hier vanaf januari. Zijn oom heeft hem naar Frankrijk gebracht en daar achtergelaten, omdat hij zag dat zijn moeder niet voor hem kon zorgen. Rashids moeder verkoopt fruit. Zijn vader leeft niet meer. Hij heeft hem niet gekend. Zijn moeder heeft ook nog een tweeling, twee kleine meisjes. Daar heeft zij haar handen aan vol. Ze kan geen onderwijs voor haar zoon betalen. Ze wist niet dat haar broer haar zoon naar Frankrijk zou brengen, daar kwam ze pas later achter.
Hoop ondanks hopeloosheid
Isaac is via Libië en Italië naar Frankrijk gekomen. Hij vertelt dat zijn lievelingsvak op school wiskunde was. Isaac en Rashid spreken nog geen Frans, wel Engels. Daarom leren ze Frans in een leslokaal in de buurt, waar ze twee keer in de week taalles krijgen. De rest van de tijd zijn ze in en rondom het tentenkamp, waar maximaal zestig jongens mogen verblijven. Verderop staan ook tenten. Daar wonen volwassenen, mannen uit Zuid-Soedan, die wachten op een verblijfsvergunning, waar ze weinig kans op hebben.
Een van hen vertelt dat hij voor een asielaanvraag naar Litouwen moet, maar dat ziet hij niet zitten. Hij is een asielprocedure gestart in Italië die, vanwege de situatie in Zuid-Soedan, niet helemaal zonder kans is. Hij is echter door de EU overgeplaatst naar Litouwen om de Italiaanse uitspraak af te wachten, maar wat moet hij daar? Nu heeft hij een nieuw verzoek in Frankrijk lopen, maar vanwege de zogenaamde Dublinregeling verliest hij daarmee alle rechten en is er geen hoop meer. Ondanks de hopeloze situatie hopen ze alle drie op een plek in Frankrijk. Ze krijgen te eten van vrijwilligersorganisaties uit de buurt.
Waar stond je wieg?
Het maakt nogal wat uit waar je wieg gestaan heeft bijvoorbeeld in Friesland, waar mijn wieg stond. Of in Utrecht, waar de wieg van mijn zoons heeft gestaan, dezelfde als waar ik in Friesland in lag, of in Zuid-Soedan of in Sierra Leone. Wat kunnen we doen? Luisteren naar hun verhaal is een begin. Het zijn mannen met mentale veerkracht. Ze zijn hun reis begonnen, niet wetende waar die eindigen zou. Nu zijn ze tijdelijk hier gestrand, tot ze weer ergens anders heen moeten. Ze blijven dromen en hoop houden. Ook in de nacht. Samen bidden ze, soms alleen op hun kleedjes. Kwetsbaar en klein. Toch zijn het stoere mannen en jongens. Gaat Isaac later kinderen lesgeven in wiskunde? En geeft Rashid over een paar jaar voetbaltraining? We hopen het.
Aly Meijer, student Remonstrants Seminarium
Goos Minderman, rector Remonstrants Seminarium
De mannen op de foto komen in het verhaal niet voor. De namen van de personen met wie de auteurs spraken zijn geanonimiseerd.