Boekbespreking: Tot aan de overkant
Geschreven door Dirk ZijlstraVerhalen van voor de overkant en daar voorbij
Annerieke van Vianen en Marianne Elst – Sijtsma
www.totaandeoverkant.nl
Op deze website is het boek aan te schaffen.
In de zomer van dit jaar verscheen dit boek, via bovenstaande website te bestellen. Annerieke en Marianne hebben twee jaar gewerkt in het vluchtelingenkamp op het eiland Lesbos. In het voorwoord van het hun boek staat onder andere het volgende. “Op een warme zomerdagmiddag in 2022 nemen we een besluit. De verhalen die we dagelijks te horen krijgen van mannen, vrouwen en kinderen in het vluchtelingenkamp moeten met meer mensen gedeeld worden. ‘Tot aan de overkant’ is een boek met 63 verhalen en foto’s van mensen die afkomstig zijn van over de hele wereld. Mannen, vrouwen en kinderen op de vlucht, maar ook inwoners van het Griekse eiland Lesbos, die in hun werk en dagelijks leven te maken hebben met vluchtelingen. Het boek gaat dus niet alleen over de gebeurtenissen in het land van herkomst, waar de mensen te maken hebben gehad met oorlog, geweld en verdrukking. Het laat ook zien hoe het is aan de overkant, in een vluchtelingenkamp op een Grieks eiland.” Aan het eind van het voorwoord staat: We hopen ook dat je de overeenkomsten die jij hebt met de mensen in dit boek durft te zien. Dat ‘wij’ en ‘zij’ niet langer bestaan, maar dat je naar hen kijkt en ziet dat het mensen zijn: mensen zoals jij en ik.”
Elk hoofdstuk begint met een pagina met informatie over het land waaruit de geïnterviewden gevlucht zijn, zodat wij een beeld krijgen van de situatie daar.
Dit is een boek uit mijn hart gegrepen. Wij leven nu in een tijd van vreemdelingenhaat. De discussies spitsen zich toe op nood- of spoedwet, strenge maatregelen om de toestroom van vluchtelingen te beperken. Er schijnt zelfs sprake te zijn van een crisis. Ik ben daar verdrietig van en ook heel boos over. Wat ik niet hoor in die discussies is dat het om mensen gaat, daar zouden de politici en gasten aan de praattafels mee moeten beginnen, met bijvoorbeeld verhalen uit dit boek. Dat zou een heel ander perspectief geven en noopt ons deze mensen te helpen. Onze Bijbel staat vol met verhalen over vluchtelingen. Gastvrijheid is een van de kernwaarden van de Bijbel. Het bevat veel voorbeelden van gastvrijheid, uitnodigingen tot gastvrijheid en veroordelingen van het gebrek aan gastvrijheid. Gastvrijheid is een uitdrukking van het gebod om onze naaste lief te hebben als onszelf.
Gelukkig zijn er organisaties die zich inzetten voor het lot van de vluchtelingen, organisaties zoals NAOMI in Thessaloniki, het CCME (organisatie van Europese kerken die vooral tracht te lobbyen met het Europees Parlement in Brussel, het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt en INLIA. En ook Annerieke en Marianne, door het werken in het vluchtelingenkamp en met het schrijven van dit boek. Dat is vormgeven aan de boodschap van de Bijbelse hoop, die mij dan ook weer energie geven om samen met anderen in mijn stad ons in te zetten voor de vluchtelingen. Ik stel daarom voor dit boek op de liturgische tafel van onze kerk te leggen als teken van onze solidariteit van de vluchtelingen.
Voor deze bespreking heb ik gekozen voor het verhaal van Mohammed. Mohammed komt uit Jemen, waar de situatie wordt beschouwd als een van de grootste humanitaire crisissen ter wereld. Mohammed is 25 jaar en schrijft een brief aan zijn moeder:
Lieve mama,
U kunt weer rustig slapen. Ik heb het net gered en de tocht over het water gehaald zonder te verdrinken. Ik weet van de zorgen, omdat u hoorde dat mijn reisgenoot, uw vriendin, wél verdronk. Maar ik niet, mam. Ik heb Europa veilig bereikt.
Hoe is het met u en met mijn lieve broertje Emad en mijn zusjes Fawzia en Fatima? Hoe is de situatie in Aden? Of zijn jullie weer uitgeweken naar Hadramaut, net als in 2015? Ik hoop dat ons huis intussen weer opgebouwd is en dat het veiligheid biedt. Of leven jullie nog in de tent? Lukt het om eten te vinden of is dat nog steeds zo moeilijk? Ik bid elke dag voor bescherming tegen bombardementen en kogels en dat deHouthi’s of AI Qaida jullie niet zullen vinden en Emad ontvoerd om hem als kindsoldaat te laten vechten, net als veel van mijn vrienden.
Ik denk nog vaak aan de dag dat we hoorden dat Abdullah gedood was in de strijd; het moment dat ik de oudste jongen in het gezin werd. Ik weet dat u en papa niet wilden dat hij vocht voor de overheid en altijd baden om bescherming. Ik mis hem net zo erg als jullie dat doen en denk vaak terug aan onze gesprekken en onze grapjes.
Hoe is het met uw winkeltje? Ik ben nog steeds blij dat we dat hebben kunnen regelen en dat er zo een inkomstenbron is na de scheiding. Als ik in de toekomst meer geld verdien, dan zal ik nieuwe sieraden voor u kopen. Ik weet nog goed dat we alles aan de soldaten moesten geven; u zag het als een klein offer, maar ik ben het niet vergeten.
Verder geen zorgen om mij, ik voel me goed. Ik heb een baan als vertaler en ik help andere mensen hier in het kamp. lk beloof dat ik mijn best zal doen en anderen zal helpen, waar op de wereld ik ook ben. Wanneer het kan, wil ik weer gaan studeren, maar dan in een land zonder oorlog, zodat mijn studie niet onderbroken wordt.
Mensen vragen me soms of ik mijn thuisland zou hebben verlaten als ik had geweten hoe moeilijk dereis was. Al had ik niet verwacht dat het zo zwaar zou zijn, mijn antwoord is altijd ‘ja’. Ik wilde niet gedwongen worden te vechten In een strijd die niet de mijne was. Weet u nog, die dag in 2019 dat ik u vertelde dat ik zou vertrekken? U hielp mij met inpakken en zorgde ervoor dat ik geld had. In Jordanië nam ik drie baantjes om dat geld aan u terug te betalen. Ik maakte scholen schoon en daarnaast werkte ik in een restaurant en in de bouw. Het was druk en zwaar, maar ik heb er wel vrienden gemaakt.
En mam, dit gelooft u nooit. Ik ben intussen al twee keer getrouwd geweest en weer gescheiden. Dat was een tip van een vriend, om te voorkomen dat ik opgepakt en teruggestuurd zou worden. Ik heb de vrouwen met respect behandeld, zoals u mij dat geleerd heeft. Ik overlegde met hen, betaalde hun tickets en een aparte kamer in een hotel. Nadat we samen de grens overgestoken waren, scheidde ik weer van ze. Het viel me mee hoe makkelijk dat was.
In Jordanië kreeg ik geen papieren, waardoor ik daar nooit legaal kon wonen en werken. Ik kon niet anders dan mijn reis voortzetten, want zo wilde ik niet leven. Dat vond ik moeilijk, omdat ik daardoor steeds verder van huis raakte. Ik besloot naar Turkije te gaan. Mijn hoop was echt om daar te kunnen blijven. AI snel vond ik drie baantjes. In de ochtend werkte ik als koranleraar voor kinderen van families uit Amerika die in Ankara woonden, na de lunch ging ik aan de slag in een fabriek en ’s avonds werkte ik als kapper. Ik moest wel zoveel werken, omdat het leven in Turkje duur was en ik jullie ook wilde ondersteunen.
Twee jaar lang, tot 2023, ben ik in Turkije gebleven. Ik heb me door uw zorgen laten tegenhouden en de aansporingen van vrienden, die zeiden dat ik naar Europa moest gaan, genegeerd. Zeker, ik wist dat de tocht enorm gevaarlijk was. Toch kwam bij mij, na drie jaar van huis, het besef dat mijn leven in Turkije nog steeds niet stabiel was. Ik had een nep-identiteitsbewijs omdat ik geen verblijfsvergunning kreeg en ik leefde voortdurend in de angst om gearresteerd te worden. Meestal wist ik me uit een aanhouding te praten door grapjes te maken met de politieagenten, maar ik wist dat het elk moment voorbij kon zijn.
Vanaf hier kent u het verhaal. Uiteindelijk heb ik de oversteek samen met uw vriendin gewaagd. Het verbaasde me hoe eenvoudig het was om een smokkelaar te vinden. De overtocht was moeilijker. Tijdens de boottocht heb ik de hele tijd verzen uit de koran opgezegd en gehuild, omdat ik zo bang was. De zee was wild en we waren met veel te veel mensen op een gammele boot. Toen we dicht bij de Griekse kust waren, sloeg de boot om. Ik zal u niet alles vertellen, mama, maar ik heb mensen zien verdrinken. Ik denk dat het er vier of vijf waren, onder wie uw vriendin. Ik voelde me zo machteloos. Iedereen vocht voor zijn leven. We waren zo dicht bij de kust, maar niemand kon zwemmen – laat staan anderen helpen. Ik heb uw vriendin niet kunnen redden. Sorry dat ik daarin tekortgeschoten ben. Ik wilde haar en de anderen zo graag een helpende hand bieden, maar het lukte me niet. Ik heb gefaald. Het spijt me.
Ik mis u, ik voel de leegte elke dag. Ik weet dat de weg nog lang is, maar ik houd me vast aan de dag dat ik u, Emad, Fawzia en Fatima weer zal zien. Ik ben zo blij dat we elkaar sinds kort weer af en toe kunnen bellen. U bent de enige reden dat ik doorga en blijf vechten, tot de dag dat ik u weer in mijn armen kan sluiten.
Uw liefhebbende zoon,
Mohammed