Wassenaar in de benen voor asielzoekers
Geschreven door Michel PetersIn Wassenaar staat attractiepark Duinrell. Daarnaast staan vakantiebungalows die in de zomer verhuurd worden en in de winter leeg staan. De slimme baron die eigenaar is van het vakantiepark, verhuurt de huisjes al zeven jaar lang in de winter aan het COA, de Centrale Opvang Asielzoekers. De COA brengt er dan asielzoekers in onder. Bij de grote instroom van 2015 werden er 750 personen, meestal alleenstaande mannen, tijdelijk ondergebracht. ‘Zonder grote problemen overigens’, zegt Marthe de Vries, remonstrants predikant en voorganger bij de NPB in die plaats. ‘Vóór 2015 was de COA huiverig om met de kerken hier in zee te gaan, maar in 2015 hebben zij de Raad van Kerken in Wassenaar actief benaderd. Die heeft de handschoen opgepakt en een heel vluchtelingenprogramma opgezet’. Marthe is daar namens haar kerk nauw bij betrokken.
Wat voor activiteiten werden er georganiseerd?
‘Vóór 2015 organiseerde de kerken al diners tijdens feestdagen en gaf ik als particulier initiatief al een tijd Nederlandse les, maar vanaf september 2015 heeft de Raad van Kerken de ondersteuning aan asielzoekers gestructureerd en gecoördineerd opgezet. Er kwam er coördinatieteam vluchtelingen met vertegenwoordigers van alle acht de kerken in Wassenaar. De betrokkenheid bij vluchtelingen kende vier pijlers met weer eigen coördinatoren: sportactiviteiten, taallessen, de organisatie van diners en het opzetten van een Inloophuis. De respons uit de kerken was enorm goed, we hadden wel 200 vrijwilligers. Ook mensen van buiten de kerken gingen gewoon mee doen. Vanuit mijn eigen NPB-kerk met 250 leden waren er al snel 30-35 mensen die actief werden.’
Waarom lukte dit in Wassenaar zo goed?
‘Nou niet omdat we zo’n multicultureel dorp zijn. Wassenaar is grotendeels wit. Wel is het zo dat er veel buitenlanders wonen (expats) die goed Engels spreken, maar vooral ook de ervaring van ontheemd zijn en opnieuw beginnen goed kennen. Zij waren blij dat zij een rol konden spelen in hun nieuwe woonomgeving, het droeg bij aan hun eigen integratie. De schaal van het dorp is wellicht ideaal en er is veel cohesie via de Rotary en de kerken. We konden een groot vrijwilligerswerk aanboren. Het leuke is dat er door dit project ook allerlei dwarsverbanden zijn ontstaan tussen sportclubs, de Rotary, kerken en expats.’
Het meest in het oog springt wel het Inloophuis. Hoe is dat ontstaan?
‘In contacten met de COA kwam naar voren dat de vluchtelingen behoefte zouden hebben aan een laagdrempelige en neutrale plek buiten Duinrell. De moderne Messiaskerk was daar zeer voor geschikt. De kerk had een multifunctionele ruimte en een vaste koster die er heel hard aan heeft getrokken. Zo is het Inloophuis ontstaan. Twee middagen per week was het open. Vluchtelingen konden er internetten op computers die door particulieren werden gedoneerd. Er werd een kappersset gekocht, zodat de aanwezigen door een echte Syrische kapper konden worden geknipt. De tafeltennistafel werd druk gebruikt en de schaakborden waren nooit onbezet. En er werd vooral ook veel gepraat. Via mond-op-mond-reclame in Duinrell kwamen er steeds meer asielzoekers binnen. Er waren vrijwilligers aanwezig en buurtbewoners kwamen ook eens een kijkje nemen. Oude dametjes uit de buurt kwamen er gezellig thee drinken, maakten de mannen wegwijs in Nederland en lieten zich hun galanterieën welgevallen. Daar zijn blijvende contacten uit overgebleven.‘
Wat is er niet gelukt? Heb je tips voor mensen die ook zoiets willen beginnen?
‘We kookten soms ook voor de vluchtelingen, per avond wel voor 100 personen. Het idee was om dat steeds in wisselende kerken te doen om de betrokkenheid te vergroten. Daar zijn we van terug gekomen. Logistiek was dat lastig en lang niet alle kerken waren daar geschikt voor. Na het eten werd er vaak gedanst, dan sloeg de vlam in de pan. In het begin draaiden we Nederlandse muziek, maar dat was geen succes. Als tip wil ik meegeven dat je moet aansluiten bij wat er al bestaat in een lokale situatie. Het slechtste wat er kan gebeuren is dat initiatieven elkaar gaan beconcurreren. En heel belangrijk: sluit aan bij de vraag die er bij de asielzoekers bestaat. Kleding verzamelen bijvoorbeeld is helemaal niet nodig, merkten wij, dat wordt allemaal door het Rode Kruis wel verschaft.’
Wat brengt dit vrijwilligerswerk jouzelf en jouw gemeente?
‘Het jaarthema in mijn gemeente was ‘verbinding’. Op een geven moment heb ik een Syrische man gevraagd om teksten uit de koran te zoeken over verbinding. Die heeft hij in een dienst in het Arabisch uitgesproken. Ik heb daar bijbelteksten tegenover gezet. Die dienst is door mijn gemeente heel goed ontvangen. Sindsdien heb ik die preek vaak en graag door het hele land gehouden. Juist die verbinding is onze taak als geloofsgemeenschap, wij moeten de scheidslijnen slechten en genuanceerd spreken. Er zijn nog maar zo weinig plekken waar dat gesprek gevoerd kan worden en de kerk is daar zeer geschikt voor.’
Michel Peters
Dit artikel is eerder verschenen in het G&S-katern van september 2016