Moslims en christenen in Noord-Irak werken samen om vluchtelingen op te vangen
Geschreven door Arie Nico VerheulHet is warm. Een grote ventilator draait luidruchtig, het raam staat wijd open. Zo nu en dan dringen naast de geluiden van het verkeer de gebeden uit omliggende moskeeën door. Ook midden in de nacht. Strak naast elkaar staan in de kamer waar ik verblijf zeven bedden langs de muur. Het is de enige persoonlijke ruimte in een huis waar 39 jongemannen samenleven. Een tafel ontbreekt. Zittend, hangend op bed wordt er gestudeerd. Ieder heeft een stopcontact, en er is een goede internetverbinding, onmisbaar natuurlijk. Van de vloer wordt gegeten. Om het huis staat een hoge muur. Daarbuiten is het – in ieder geval voor mij – niet safe.
‘IDP’s’ worden de vluchtelingen genoemd: ‘Internal displaced persons’. Ze komen uit onveilige delen van Irak, vooral uit de dorpen rond Mosul, zo’n 50 kilometer verderop. Opgevangen in Kirkuk, in een van de huizen die door de bisschop van de Chaldeeuwse ter beschikking zijn gesteld. 700 studenten in totaal. Velen doen een technische studie, anderen studeren planologie, geneeskunde of chemie. Kirkuk heeft – na de val van Mosul – de enige functionerende Arabischtalige universiteit.
Wat mij een dag en een nacht al veel moeite kost houden zij al jaren vol. Samenleven in een kleine ruimte. Ze verdelen de huishoudelijke taken. Accepteren elkaar volledig, christen, yezidi’s moslims…. Dit zijn de mensen die het Irak van de toekomst moeten vormgeven.
Spetterend feest
De volgende avond is er een spetterend feest: er zijn 49 afgestudeerden! In een enorme hal zie ik mijn kamergenoten terug in heel andere gedaante. Geen T-shirts vol met gaten en korte broeken, maar mooi gekapte, in het pak gestoken heren. Onder snoeiharde muziek worden de afgestudeerden op de schouders gehesen. Ook de dames zien er geweldig uit, de een zeer modern, een ander in mooie traditionele kleding.
De Chaldeeuwse kerk is helemaal ingericht op de opvang van vluchtelingen. Noord-Irak telde eind negentiger jaren 3 miljoen inwoners. Nu zijn het er 9 miljoen. Het is ongelooflijk wat men hier presteert! De zorg voor huisvesting van studenten is maar een onderdeel van een veel grotere inspanning. De 7000 leden van de geloofsgemeenschap herbergen thuis al ruim drie jaar meer dan 4000 gezinnen. Een oud schoolgebouw is voor hen ingericht. Elke vrijdag is de gratis kliniek open, gerund door vrijwilligers. We bezoeken de school van de kerk, waar ook weer kinderen met allerlei achtergrond worden opgevangen. Het merendeel van het onderwijzend personeel is moslim. Ík weiger hen uit elkaar te halen op grond van religie of afkomst’, zegt bisschop Mirkis. Men viert alles samen: Pasen en kerst, maar evengoed de islamitische feesten.
Burgeroorlog voorkomen
Na Kirkuk zijn we een nog aantal dagen te gast in een stadsklooster in Suleimaniya. De monniken en zusters hebben zich ook hier volledig gericht op hulpverlening aan ieder die dat nodig heeft. Ze kennen de verschrikkingen van de oorlog, hebben die aan den lijve ervaren. Ik ontmoet pater Jacques, gevangene onder Saddam Hoessein, in handen gevallen van Isis maar tenslotte vrijgelaten. Met hem bezoeken we de grote moskee, net na het vrijdaggebed, Alsof een stadion leegloopt, duizenden mensen… Er worden gratis 700 maaltijden uitgedeeld aan een lange rij wachtenden. We worden ook hier hartelijk ontvangen, eten mee. Je merkt hoeveel respect christenen en moslims voor elkaar hebben. Ze laten zich niet uiteen spelen. Religieuze leiders zijn erin geslaagd om Irak voor een burgeroorlog te bewaren. Het is gelukt om goede contacten te leggen in Kirkuk, en daarmee ook iets te doen in Utrecht. We kunnen wat leren van Irak. En die studenten zijn onze steun dubbel en dwars waard!
Lees nu meer blogs van Arie Nico Verheul over zijn reis door Noord-Irak. Ook Erik Borgman publiceerde blogs over de situatie in Noord-Irak.