Vluchtelingen op Lesbos: Ik kan alleen mezelf geven
Geschreven door Michel Peters
Hij zit in lotushouding op een houten bank. Twee uur lang praat ik met hem op station Amersfoort. Achteraf excuseert hij zich voor de monoloog die hij heeft gehouden, maar ik zie vooral zijn bevlogenheid en de tranen in zijn ogen als hij over de kinderen spreekt. Erik Wijnands is een jonge vent die besloot om naar Lesbos, Griekenland, te gaan om daar vluchtelingen bij te staan die daar zijn gestrand. Hij was er in juli van dit jaar al een week, kort na ons gesprek reist hij opnieuw voor een maand naar het eiland.
We moeten iets doen
Hij doet dat via de organisatie ‘Because we carry’ (www.becausewecarry.nl). Op de website zie je een foto van de drie überhippe jonge vrouwen die initiatiefnemers zijn. Eind augustus 2015 besluiten zij naar Lesbos te gaan. In hun bagage zitten duizend gedoneerde draagdoeken voor moeders met kleine kinderen op de vlucht. De situatie op Lesbos is schrijnender dan zij zich ooit hadden kunnen voorstellen. Door de kou, honger en het gebrek aan overkoepelende coördinatie van de hulp, wordt al snel duidelijk dat meer hulp geboden is. De vriendinnen besluiten direct een groter initiatief op te zetten, ze starten een website, zamelen daarmee geld in en roepen vrijwilligers op om naar Lesbos te gaan. Sindsdien hebben ze iedere week teams op het eiland. Alle giften komen van particulieren, de vrijwilligers betalen reis en verblijf zelf.
Het gevoel van waardigheid teruggeven
Onlangs kwam in het nieuws dat het Moria – kamp op Lesbos is afgebrand. [Erik meldt dat tweederde van de tenten die er stonden zijn afgebrand en dat de stenen bouw van de oude gevangenis er gewoon nog staat. Een week later is het kamp al weer opgebouwd]. Een oude gevangenis met hekken er omheen. Tijdens ons gesprek had Erik het al over de gespannen situatie daar. ‘Er wonen 4000 mensen terwijl de gevangenis voor 1500 personen is gebouwd. Voor de helft zijn het mannen, voor de helft gezinnen. Geregeld zijn er vechtpartijen. Er stonden vier bussen van het leger voor de deur en de politie is op het terrein aanwezig.’ Hij zelf was actief in het Kara Tepe – kamp, een oude olijfboomgaard waar 1000 mensen verblijven. De UNHCR bouwde er tenten. De meeste kwetsbare vluchtelingen verblijven er. De overheid zorgt voor één beroerde maaltijd per dag. Dat is ruim onvoldoende. De vrijwilligers van ‘Because we carry’ maken iedere ochtend ontbijtpakketten. Kosten zijn zevenduizend euro per week, geld dat allemaal door particulieren in Nederland wordt opgebracht. Erik deed de Sociale Academie en is yoga- en sportdocent. Die vaardigheden gebruikt hij in het kamp. ‘Met de kinderen tot 12 jaar doe ik spelletjes. Velen hebben zes jaar oorlog achter de rug. Die spelletjes werken therapeutisch, ik probeer aan de kids hun zachtheid en zelfvertrouwen weer terug te geven. Ik ben een soort rattenvanger, ze blijven om me heen hangen. Voor de jonge mannen geef ik yoga- en sportlessen. Zij vervelen zich dood, dus ze vinden het heerlijk om samen actief te zijn. In lessen partneryoga laat ik Afghanen en Syriërs bijvoorbeeld samenwerken, dat vinden ze soms wel moeilijk. Door ‘mens te zijn tussen de mensen’ (bisschop Tutu), door met hen te praten en te luisteren, probeer ik de mensen daar het gevoel terug te geven dat ze iets waard zijn, de kwaliteit van hun leven te verbeteren.’
Vluchteling als productiefactor
De vrijwilligers werken nauw samen met een tweede Nederlandse organisatie die op Lesbos actief is , ‘Movement on the ground’ (www.movemtontheground.com). Dat is een initiatief van jonge startup-ondernemers uit Amsterdam. In Kara Tepe plaatsen zij zonnepanelen en boilers zodat mensen overdag kunnen douchen en er stroom is voor de telefoons. De ondernemers hebben ook een oud agrarisch complex in de buurt gekocht. Zij willen dat ombouwen tot een kinderdorp, een opvang voor de driehonderd alleenstaande minderjarige vluchtelingen op het eiland, en een kenniscentrum. Ze hebben ook een mobiele ‘giving food truck’ op het terrein gezet waar mensen zelf kunnen koken. En ook in Nederland zijn ze actief. Zij ontwikkelen een nieuw model vluchtelingenopvang in het project ‘From Camp to Campus’. De Bijlmerbajes willen zij omvormen tot een plek waar vluchtelingen zich kunnen voorbereiden op een rol in onze samenleving door studie, werkplaatsen etc. Van kostenpost naar productiefactor!
Ik geef mezelf
De twee Nederlandse ngo’s werden eerst wel wat gewantrouwd, maar nu toch zeer serieus genomen binnen de taakverdeling in het kamp. Die is duidelijk. De UNHCR levert de tenten, zorgt voor de veiligheid en coördineert het werk van de ngo’s. Het Rode Kruis regelt de EHBO en Artsen zonder Grenzen doet de vaccinaties. En alles onder leiding van de kampburgemeester. In 2015 was ook de Stichting Bootvluchteling actief. Zij waren de ‘lifeguards’ die mensen aan land hielpen. Dat deden ze met twee boten die de KNRM had geschonken en met twee boten van de Spaanse reddingmaatschappij. Nu er veel minder vluchtelingen aan land komen – in de laatste maanden duizend per week over de Egeïsche eilanden in totaal – en er ook andere partijen op zee actief zijn, verleggen zij hun werk meer naar structurele hulp. ‘De Griekse overheid kan niet veel doen voor de mensen in de kampen’, zegt Erik, ‘ze liggen aan de lifeline van Europese NGO’s. Hun situatie is ongelofelijk schrijnend. Het motto van ‘Because we carry’ is overgenomen van Gandhi; ‘Wees zelf de verandering die je wilt zien in de wereld’. Ik heb weinig geld in te brengen, maar ik geef mezelf.’
Er ligt een voorstel op tafel bij Geloof & Samenleving om de organisatie ‘Because we carry’ financieel te gaan ondersteunen. In de novembervergadering beslissen we daarover.
Meer weten over hulpverlening op Lesbos? Luister dan naar de radio-uitzending ‘De dromenvangers van Lesbos’ van het programma Dossier Mastenbroek van rtvlansingerland.nl.