Kerkzaalverwarming

In de meeste gevallen is de kerkzaal een hoge ruimte met een lage gebruiksfrequentie.

In vrijwel elk geval is de kerkzaal altijd hoger dan een ruimte in een regulier woonhuis; dat alleen al vraagt om een andere benadering van het verwarmingssysteem in de kerkzaal dan die in een woonhuis.
Door het hoogteverschil is ook eens te meer merkbaar dat warmte altijd stijgt.
Ofwel de verwarming van deze ruimte is het eerst merkbaar op die plek waar zich niemand bevindt en duurt het ‘uren’ voordat de bezoekers er iets van merken: op vloer- en zithoogte.
En nog erger: de verwarming brengt schade toe aan iets dat daar juist slecht tegen kan, namelijk het orgel.

De eerste vraag die beantwoord zou moeten worden is of het zinvol en haalbaar is om de ruimtetemperatuur van de kerkzaal stabiel op een redelijke hoogte te houden.

Zinvol is dat zeker en niet alleen vanwege het orgel. Alhoewel een orgel vooral schade ondervindt van grote temperatuurschommelingen, die ook altijd grote schommelingen teweegbrengen in de relatieve luchtvochtigheid.
Zinvol kan het ook zijn omdat een beoogde verblijfstemperatuur eerder weer bereikt is, met een lager energiegebruik.

Haalbaar hangt van veel factoren af.
Vanuit een theoretische invalshoek zou je je eerst moeten afvragen of (traditionele) ruimteverwarming van een kerkzaal nu eigenlijk wel ècht zinvol is.

Nog afgezien van (bij wijze van spreken en alleen als voorbeeld) een enkele doordeweekse koorrepetitie in de kerkzaal, blijft het gebruik van de kerkzaal beperkt tot dat éne uur op de zondag, ook nog al eens slechts om de twee weken.
Deze zeer laagfrequente piekbehoefte aan warmte geeft wel aan dat permanente stabiele ruimteverwarming op een aantrekkelijk niveau maar zeer zelden haalbaar is.
Dit inzicht brengt de theoretische vraag uit het begin tot de meer praktische vraag: wat is de zin van ruimteverwarming?
Met als andere (zowel theoretische als praktische) optie: biedt stralingsverwarming een mogelijkheid?
Met als aangenaam voordeel dat de warmte direct en zonder voorafgaande ruimteverwarming door de gebruiker wordt ervaren en ook alleen voor de duur van het verblijf.
Het neveneffect van stralingsverwarming is dat de bijkomende ruimteverwarming zodanig beperkt is dat bijvoorbeeld een orgel er niets van merkt.